maandag 24 mei 2010

Boek en bieb: au pair over (universiteits)bibliotheek

De hoofdpersoon van het boek Au pair van Hermans uit 1989, dat ik aan het lezen ben, worden interessante vergelijkingen getrokken tussen de Bibliothèque Nationale in Parijs en de Nederlandse bibliotheken. De Nederlandse bibliotheken komen er niet genadig van af en met name de universiteitsbibliotheek van Amsterdam niet, die vergeleken wordt met een lege kippenfokkerij. Over de Parijse bibliotheek is ze echter lyrisch:

Door dit oponthoud kwam ze later bij de ingang van de leeszaal dan ze van plan was geweest. Alle stoelen waren bezet of besproken en ze was genoodzaakt een uur in de rij te staan voor ze een nummer voor een plaats kreeg en naar binnen kon. Toen moest ze ook nog een half uur wachten eer het aangevraagde tijdschriftdeel door de bediende voor haar neergelegd zou worden. Ze verloor veel tijd, maar ze beklaagde zich niet. Met de wetenschap had het niets te maken, want ook in een varkenshok kon je de interessante boeken lezen, maar het hier te doen, in deze prachtige zaal, onder het uit een soort byzantijnse koepeltjes samengestelde plafond, dat op sprietdunne ijzeren zuiltjes rustte, en met de lange, in vakken verdeelde tafels, elk vak genummerd, waaraan op ouderwetse stoeltjes de lezers zaten, hun teksten matig verlicht door een haast antiek lampje met groene kap...dit was geen kwelling.
.......

Hij verschoof zijn stoel een stukje in haar richting.
"Eigenlijk mag je hier helemaal niet praten."
Hij begon aan een lang betoog, achter zijn hand in haar oor geblazen.
"Jij moet nu een tijdje zitten wachten. Ik denk dat je hier nog niet dikwijls bent geweest, of niet geregeld komt. De truc is, je aanvraagpapiertje de vorige dag af te geven en dan ligt het gevraagde boek de volgende dag voor je klaar. Dat kost minder tijd. Maar al zal het tijd kosten. Wat dan nog? In Nederland word je vlug geholpen, als het personeel tenminste niet uit zijn humeur is, maar ik heb hier boeken voor me liggen, die in de meeste Nederlandse bibliotheken niet te vinden zijn. Dus als je niet toevallig in Den Haag woont of in Amsterdam, moet het in Den Haag of Amsterdam voor je aangevraagd worden: in de Koninklijke Bibliotheek of in de Universiteitsbibliotheek van de hoofdstad. De hoofdstad! Heb je de lege kippenfokkerij die daar voor universiteitsbibliotheek doorgaat, wel eens gezien?
Maar goed, tegen dat zo'n boek dan eindelijk komt, en als ze niet bij vergissing het verkeerde deel hebben gestuurd, zijn er drie weken voorbij en weet je nauwelijks meer wat je erin had willen opzoeken, of je hebt je betoog in arren moede maar een beetje veranderd om de gezochte informatie niet meer nodig te hebben. "
Zo zat hij te praten. De kans op een bericht dat het overal uitgeleend was, dan wel helemaal niet werd uitgeleend, mocht bovendien allesbehalve denkbeeldig heten.
Die Fransen! Die hadden toch maar de kunst verstaan een bibliotheek te bouwen op een manier dat het meer dan honderd jaar later nog een genot was er gebruik van te maken, hoe lang je ook moest wachten. Die hoefden hun openbare gebouwen niet om de twindig jaar af te breken om er nog afschuwelijker varkensslachterijen voor in de plaats te zetten, zó miserabel, dat het er eigenlijk niet op aankwam of vandalen alles, de muren, de al heel gauw splinterende tafeltjes en de gebarsten plastic stoeltjes, volkladderden met spuitbussen en viltstiften, zoals thuis. Wat je in een Nederlandse bibliotheek misschien aan tijd won - het was er nooit druk, want niemand ging erheen voor z'n plezier, om daar in de bakstenen nachtmerries uit de provotijd te zitten - dat verloor je weer als je nul op het rekest kreeg. 
Tja. Inmiddels is er een hoop veranderd bij de Nederlandse (universiteits)bibliotheken. Toch?

Geen opmerkingen: